MIST IN DE STAD
Wanneer de mist in de vroege uurtjes als een deken ligt neergestreken over mijn stad,
heb ik haar nog eventjes voor mezelf alleen.
Er is nog geen later. Er is alleen maar nu.
Ik moet opletten waar ik mijn voeten zet en deze focus houdt me zuiver.
Er is nog geen moeten. Geen mailbox die iets vraagt. Of een collega met feedback op een voorstel.
Er is alleen de frisse lucht in mijn longen.
Langzaam ontwaakt mijn stad, maar ik ben haar al een stap vooruit.
Zolang ik ren, houd ik haar bij.
Zolang ik ren, sta ik stil.

ALTIJD ALLEEN
Ik hoef me niet te hechten.
Ik ben geen wond.
Ik wil verbinden.
Als een lint dansend om elkaar heen.
Soms in elkaar verstrengeld.
Dan weer soepel naast elkaar neerdalend.
Door de wind geblazen naar een
volgende plek.
Ik geloof in liefde.
Ik geloof in vrijheid.
Altijd alleen.
Hoe de wind blaast weer samen.

DE WOLF OF HET SCHAAP?
Door de gelijkenis van de echtheid van het leven
kunnen we verbinding maken.
Ben ik de leider?
Of ben ik de volger?
…
Ik ben de leider.
Én ik ben de volger.
De wolf.
En het schaap.
Ik ben onderdeel van het grotere geheel.
Zie het systeem als mijn moderne stam.
Maak jezelf niet kleiner dan je bent.
Maar ook niet groter.
